Als er in Nederland over ICT wordt gesproken, gaat het vaak over de digitale infrastructuur. De basis van deze infrastructuur wordt gevormd door hyperscales van Microsoft en Google, de ruim 180 multi-tenant datacenters (bron: Dutch Datacenter Association Rapport 2021) en de hoogwaardige verbindingen van grote internet exchanges.
De bedrijven die dankbaar gebruik maken van deze infrastructuur staan een stuk minder in de schijnwerpers: De software ontwikkelaars of ISV’s (independent Software Vendor). In Nederland zijn 29.000* bedrijven die zich primair bezighouden met de ontwikkeling van software. Dit zijn bekende namen als Exact en AFAS. Daarnaast zijn nog duizenden bedrijven* die naast hun primaire activiteiten ook software ontwikkelen. Denk hierbij aan ABN Amro die Tikkie heeft ontwikkeld.
Software ontwikkelaars staan voor grote uitdagingen
Individueel halen software ontwikkelaars af en toe het nieuws. Bedrijven als Adyen en Backbase vormen de voorhoede van bedrijven die zich naast de traditionele Nederlandse bedrijven nestelen in de top van het bedrijfsleven. Zij vormen nieuwe multinationals die de gaten opvullen die Shell en Unilever achterlaten na hun vertrek naar andere landen.
Onder de software ontwikkelaars zitten tientallen, zo niet honderden pareltjes die dankzij de infrastructuur in Nederland de kans hebben om zich bij de top aan te sluiten en internationaal door kunnen breken. Deze bedrijven zijn jong, innovatief en vaak onconventioneel. Ze zijn als groep lastig aan te spreken en vinden over het algemeen hun eigen weg. Communities als SaaS4Channel en SaaSBazen bieden platformen om ervaringen uit te wisselen op met name zakelijk en organisatorisch gebied.
De grote uitdagingen waar software ontwikkelaars voor staan; zoals beschikbaarheid van personeel, cyberveiligheid en een positieve ontwikkeling van de onmisbare infrastructuur schreeuwen om meer aandacht en ondersteuning van bestaande (of nieuwe) belangenorganisaties en overheid.
*bron: Partner Navigator database